In het eerste daglicht zag ik onbekende schimmen bewegen. Meteen klaarwakker sprong ik uit bed en sloop naar het slaapkamerraam van de Spaanse villa. Ik spiedde naar buiten. Daar in het mistige ochtendgloren stonden drie herten rustig aan het sappig groen te knabbelen. In de tuin!
Die beesten kwamen hier nooit, wat moest dit betekenen? Een vrouwtje en twee jongen. Behoedzaam tastte ik naar mijn telefoon, want zoiets wil ik dan toch filmen. Ze bewogen geluidloos door de tuin zonder op de terrastegels te stappen. Wat slim. Wisten ze dat het ge-klikklak van hun hertenhoeven hen zou verraden?

Het drong tot me door dat deze moeder met kids typische klimaatvluchtelingen waren. Daar kwam ook nog een vrouwtje met drie jongen het  beeld in schuiven, ze gingen richting kruidentuin. Ondertussen was het eerste drietal aangekomen bij de vijg die in de middag zo fijn schaduw geeft. Een mooier beeld in de ochtend had ik nog niet eerder gezien. De tuin bewoog in stilte en leefde in allerlei zachte tinten groen bruin blauw.
Maar potverdomme, alles ging naar de knoppen zo!

Door de droogte was er natuurlijk geen stukje groen meer te vinden in de rivierbeddingen waar ze gewoonlijk leven.  Ja, dan gaan ze het hogerop zoeken, waar nog wel iets groeit, logisch. Dan maar naar de mens. Ik zag ineens voor me dat buurtbewoners vanaf nu hekken zouden plaatsen of misschien zouden gaan schieten. Daar achtte ik ze wel toe in staat. Als de waarde van bezit op het spel staat, gaat de mens vaak schieten of bouwt een muur. Niks nieuws.

Plots  spitst het grootste hert de oren, dat moet de moeder zijn.  Ze schiet rechtop, draait om en stuift weg. De kleintjes, het lijkt wel een Disney-film,  spuiten achter  haar aan. Goed bezig hertjes, meteen achter mama aan. Weg van het woeste gekef dat om het huis komt aan stormen.  Ik hoop dat de camera alles pakt. Want daar komt  Tres, het ‘vuilnisbakkie’ van de buren.  Zij, in volle vaart,  met nog maar drie pootjes, amper veertig centimeter hoog en bloedfanatiek,  verlost ons voorlopig van de verwoesting.